1. Nazorg verontreinigde locaties
Bij de invoering van de Omgevingswet wordt de bijdrage van het Rijk in de kosten van nazorglocaties flink verminderd. Dit betekent voor Dordrecht een extra kostenpost van € 370.000 per jaar. Dit zijn onontkoombare kosten, maar de kostenpost is nog niet zeker; er wordt op nationaal niveau nog onderhandeld over de bijdrage van het Rijk. We verwachten hierover pas in het vierde kwartaal uitsluitsel. Bovendien is de afgelopen twee jaar een onderzoek uitgevoerd naar de mogelijkheden om de jaarlijkse kosten te verminderen door het stoppen of verminderen van de nazorg. Dit voorjaar komt het eindrapport van dit onderzoek beschikbaar. De verwachting is dat de nazorg op twee locaties vanaf 2021 gestopt zou kunnen worden, maar dan moeten wel allerlei partijen hiermee instemmen. Dat is op dit moment nog zeer onzeker. Ook hierover verwachten we pas eind dit jaar uitsluitsel.
2. Parkeervoorzieningen
Gezondheidspark
Bij het verder ontwikkelen van de Middenzone Gezondheidspark moeten de huidige parkeervoorzieningen worden uitgebreid en gecentraliseerd. Zoals het er nu voor staat zal de exploitatie van de parkeervoorzieningen worden overgenomen door een commerciële partij.Daarmee worden de overheadskosten die nu deels gedragen worden door de parkeervoorzieningen Gezondheidspark verdeeld over de rest van de exploitatie zonder dat daar inkomsten tegenover staan. Het is daar ook van groot belang dat de huidige kortingsregelingen worden geborgd. In welke mate, moet nog worden verkend in de te maken afspraken met de commerciële exploitant. Stel dat de gemeente alsnog de exploitatie zelf gaat doen dan is er het risico van een onrendabele top door hoge kapitaallasten en verschuiving in mobiliteit. Voor beide scenario's geldt dat de kans aanwezig is dat deze niet gedragen kunnen worden door de Egalisatiereserve Parkeervoorzieningen (EPV).
Ontwikkeling Huis van Stad en Regio
Voor het realiseren van Huis van Stad en Regio wordt de huidige parkeergarage Veemarkt mogelijk gesloopt. Het is in principe de bedoeling dat de parkeervraag wordt opgevangen door omliggende parkeergarages en de te ontwikkelen Weeskinderendijk. In het verlengde van het verkeersstructuurplan Spuiboulevard zal de capaciteit van de parkeergarage die daarvoor terug komt niet groter zijn dan 200 plaatsen. Voor deze nieuwe garage is er het risico dat deze een onrendabele top heeft die niet is op te vangen in de Egalisatiereserve Parkeervoorzieningen (EPV).
3. Nieuwe samenwerkingsvorm Biesbosch
Per 1 januari 2021 wordt de GR Parkschap Nationaal Park de Biesbosch ontmanteld. Het beheer en onderhoud van de gebieden gaat terug naar de rechtmatige eigenaren. Daarnaast wordt gewerkt aan een nieuwe netwerkorganisatie.Met de liquidatie van de GR en de nieuw op te richten netwerkorganisatie ontstaat een nieuwe (financiële) situatie. Dordrecht krijgt met de volgende onzekerheden te maken en de vraag of dit alles past binnen de beschikbare middelen. Wat wordt de Dordtse bijdrage aan de nieuwe netwerk organisatie, kan Dordrecht beheer en onderhoud (inclusief vastgoed) met de huidige beschikbare middelen uitvoeren, is er voldoende handhaving in het gebied, en is de personele bezetting voldoende om een kwalitatieve en kwantitatieve bijdrage te leveren die vergelijkbaar is met de binnen de gemeente Dordrecht vergelijkbare organisatieonderdelen? We verwachten in het derde kwartaal van 2020 antwoorden op deze vragen te hebben.
4. Werken in de grond (CROW400)
Vanaf 1 januari 2019 is men verplicht zich bij het uitvoeren van werkzaamheden in verontreinigde bodems te houden aan de CROW400 ‘Werken in en met verontreinigde bodem’. De nieuwe CROW 400 geeft de systematiek aan voor het bepalen van de veiligheids- en gezondheidsrisico’s bij het werken in verontreinigde bodem en de bijbehorende maatregelen en is gericht op een risico gestuurde aanpak. Tijdens het bouwproces kan verontreinigde grond en/of verontreinigd water aanwezig zijn waarmee medewerkers in contact kunnen komen.Tijdens de fase van werkvoorbereiding moet duidelijk worden of een locatie verdacht is op verontreinigingen. Volgens de CROW400 dient de gemeente als opdrachtgever de nodige gegevens (vooronderzoek) aan te leveren op basis waarvan bepaald kan worden of de werklocatie mogelijk verontreinigd is en als er sprake is van verontreiniging met welke stoffen en in welke concentraties dit is. Afhankelijk van deze gegevens kan de veiligheidsklasse en de te nemen maatregelen en/of persoonlijke maatregelen (PBM's) bepaald worden. In de grote projecten is de CROW400 richtlijn al meegenomen, maar juist in de onderhoudswerkzaamheden die we met eigen personeel doen, of door derden laten uitvoeren nog niet of nauwelijks.
De gemeente heeft als opdrachtgever een verantwoordelijkheid voor het opstellen van een uniforme, praktische werkwijze inzake mogelijke bodemverontreiniging bij kleine uitnemingen. Gemeentebreed gaat het in potentie om zeer forse bedragen. Gezien de vele onzekerheden zijn de kosten op dit moment niet eenvoudig te bepalen.