Home

Mutaties

De indexatie van de inkomsten in de begroting valt uiteen in twee onderdelen. Het eerste onderdeel bevat de indexatie met een effect op het begrotingssaldo (gemeentefonds en ongebonden heffingen). Het tweede gedeelte bevat de indexatie van de onderdelen die geen effect hebben op de exploitatie (gebonden heffingen).

Onderdeel I: Effect op begrotingssaldo

Bedragen × € 1.000

Indexeringen (inkomsten)

2021

2022

2023

2024

1

OZB inkomsten

467

483

488

488

2

Beschikbaar stellen budgetten prijscompensatie

4.000

4.000

4.000

4.000

Totaal Indexeringen (inkomsten)

4.467

4.483

4.488

4.488

1. Onroerendezaakbelastingen (OZB)
De opbrengst van de OZB-belasting is geïndexeerd met het de CPI-index van 1,9%. Door de correctie met de CPI-index blijft de opbrengst waardevast.

2. Beschikbaar stellen budgetten voor prijscompensatie 2021 vanuit circulaires
De begroting van de gemeente is opgebouwd in constante prijzen. Dit betekent dat het budget van jaar t+1 (2021) niet is verhoogd voor inflatie ten opzichte van jaar t (2020). In het onderdeel 'indexaties' worden de lasten en de baten verhoogd met inflatiepercentages die horen bij het jaar 2021. Onderdeel van deze aanpassing betreft het "laten vrijvallen" van de bedragen die beschikbaar zijn voor prijscompensatie in 2021 vanuit de laatst bekende circulaires.

3. Overige ongebonden heffingen
Onder de overige ongebonden heffingen vallen de logiesheffing, de hondenbelasting en de precariobelasting:

a) Logiesheffing
De logiesheffing bedraagt momenteel € 2,00 of € 0,75 per persoon per nacht. Net als bij parkeren levert indexatie met het CPI percentage enkele centen verschil op. Op de logiesheffing vindt daarom geen indexatie plaats, maar kan elk jaar een afweging plaatsvinden of een meer schoksgewijze verhoging gewenst is. Voor 2021 handhaven we het tarief.

b) Hondenbelasting
Het tarief voor de eerste hond is in 2020 vastgesteld op € 64,08. Met de vaststelling van de beleidswens Hondenbelasting is in de Begroting 2021 nogmaals € 50.000 beschikbaar. Op basis van het meest recente bekende aantal honden en met inzet het bedrag van € 50.000 zal het tarief 2021 definitief worden bepaald. Vanuit dit perspectief is er geen sprake van indexatie van de tarieven.

c) Precariobelasting
Tot en met 1 januari 2022 mag er precariobelasting worden geheven op kabels en leidingen. Het tarief is echter gemaximeerd op het tarief zoals dat gold op 10 februari 2016, waardoor geen sprake meer is van indexatie. De overige precario inkomsten worden met 1,9% geïndexeerd (CPI-index).

Onderdeel II: Geen effect op het begrotingssaldo
De gebonden heffingen betreffen heffingen die worden geheven ten behoeve van een specifieke doelstelling. Uitgave van deze opbrengsten is hieraan gebonden. Desbetreffende heffingen mogen niet meer dan kostendekkend zijn.

a) Afvalstoffenheffing
In het verwerken van afval treden een tweetal knelpunten op:

  • verwerking restafval € 760.000.
  • nascheiding van het restafval € 155.000.

Verwerking restafval
De stijging van de kosten van de verwerking van het restafval kent een tweetal oorzaken: verhoging van de afvalstoffenbelasting en gestegen verwerkingskosten bij HVC. De opties die voor handen zijn om dit op te vangen zijn: tarief afvalstoffenheffing verhogen, dekking uit de algemene middelen en/of (versnelde) invoering van besparende maatregelen. In het kader van de duurzaamheidsambities, de doelstellingen wat betreft afvalscheiding hebben beleidsmaatregelen de voorkeur. De startnotitie Grondstoffenbeleid is begin dit jaar vastgesteld, het concept Grondstoffenbeleid is najaar 2020 gereed. Afhankelijk van de besluiten kunnen de baten van de maatregelen in de loop van 2021 gerealiseerd worden, waardoor het knelpunt wordt opgelost.

De kosten voor de afvalverwerking zijn alleen omlaag te brengen door een betere bronscheiding. Dit is te bereiken door het aanbieden van ongescheiden restafval minder aantrekkelijk, of minder gemakkelijk te maken. Een zeer effectieve maatregel, is het verlagen van de legingsfrequentie van de kliko's voor restafval. Naar verwachting zal bij vier wekelijks inzamelen van de restafval-kliko's het tekort volledig kunnen worden opgelost.

Nascheiding
Het restafval van hoogbouw gaat nu naar de nascheiding van HVC, hierdoor verbetert het scheidingspercentage van afval met 1,2%. Met ingang van 2021 vraagt HVC een hogere prijs voor deze activiteit. Om het scheidingspercentage (op de korte termijn) niet te laten terugvallen moet deze activiteit gecontinueerd worden. Er is geen ruimte om ook deze kosten dit binnen budget op te vangen. Een verhoging van het tarief met 1,2% dekt deze kosten af.

Naast de genoemde knelpunten is er ook sprake van reguliere prijsstijgingen (1,9%) samen met het knelpunt nascheiding resulteert dit in een tariefsaanpassing van 3,1%. Dit tarief is ook van toepassing op de retributie bedrijfsafval.

b) Rioolheffing
Op de rioolheffing is het principe van kostendekkendheid van toepassing. Bij de vaststelling van GRP VI in 2016 is ervoor gekozen om de financieringsmethodiek voor vervangingsprojecten om te gaan zetten van het financieren met vreemd vermogen naar eigen vermogen. Deze aanpak vraagt om het creëren van een financiële buffer (spaarpotje) om de overstap naar de nieuwe financieringsvorm te kunnen maken en om investeringen voor klimaatverandering uit te kunnen voeren. Om deze buffer op te bouwen is de opbrengst in de begroting 'staand beleid' per jaarschijf steeds 4,0% verhoogd. Binnen dit percentage wordt de CPI-index van 1,9% opgevangen.

c) Parkeertarieven
Over de ontwikkelingen van de parkeertarieven is in de Nota egalisatiereserve parkeren afgesproken dat de tarieven jaarlijks worden geïndexeerd met het CPI-percentage. Dit is een afwijkend CPI-percentage, dan de 1,9% waar bij de andere tarieven mee wordt gewerkt. Het betreft de daadwerkelijke CPI-index tussen februari 2019 – februari 2020. Ook is hierbij afgesproken, dat de stijging van de kortparkeertarieven in tranches van 10 eurocent wordt gerealiseerd.

d) Bouwleges, overige gebonden heffingen en lijkbezorgingsrechten
Om gelijke tred te houden met de inflatie stellen we voor de bouwleges en de overige gebonden heffingen te verhogen met 1,9%. Onder de overige gebonden heffingen vallen onder andere de leges KCC en de marktgelden.

Vanuit het plan Actualisatie Plan Essenhof zijn de lijkbezorgingsrechten onderhevig aan tarief wijzigingsvoorstellen. Voor zover tarieven in dit plan niet worden bezien wordt voor indexatie de CPI-index van 1,9% gevolgd.

Deze pagina is gebouwd op 05/29/2020 07:32:25 met de export van 05/29/2020 07:30:36